Roadtrip naar Bukittinggi - Reisverslag uit Tanjungmedan, Indonesië van Kees Konings - WaarBenJij.nu Roadtrip naar Bukittinggi - Reisverslag uit Tanjungmedan, Indonesië van Kees Konings - WaarBenJij.nu

Roadtrip naar Bukittinggi

Blijf op de hoogte en volg Kees

31 Juli 2017 | Indonesië, Tanjungmedan

Zaterdag 29 juli. Van Samosir naar Sipirok.
Vandaag moeten we dit prachtige eiland weer verlaten en voor acht uur zitten we al op de boot terug naar Parapat. Wardi staat al op ons te wachten en dat is maar goed ook, want op de kade van de haven is het markt. En dat betekent DRUKTE!!
Overal kris kras door elkaar liggen spullen op grote blauwe zeilen op de grond en mensen cirkelen er om heen. Bovendien rijden er ook nog busjes en scooters rond. Wardi pakt een tas en gaat meteen op weg naar de auto die een flink stuk verderop staat. Als ik even niet kijk, is hij meteen in de massa opgegaan en zijn we hem kwijt. Gelukkig staat hij op de hoek van de straat te wachten. Bij de auto laden we de spullen in en gaan op weg. We stoppen onderweg om mooie foto's te maken van een grote sawa, de rijst staat hier al hoog en kan bijna worden geoogst. Even verderop kijken we bij een ananasplantage en Wardi heeft me verschrikkelijk tuk. We eten een ananas en Wardi doet zijn vinger in een potje en smeert witte korreltjes op zijn ananas en zegt dat het suiker is, maar zijn Engels is gebrekkig en hij bedoelt: zout. Ik doe hem na, maar het zout brandt in mijn keel en verslik mezelf. De rest van de ananas hebben we maar zonder zout gegeten.
Het is een lange rit vandaag. We rijden over de "grote " weg, die van zuid naar noord loopt. Grote weg betekent hier een weg waar twee auto's elkaar net kunnen passeren, zonder dat de spiegels elkaar raken. Het is fijn om af en toe even te stoppen en iets te bekijken. We stoppen bij een markt en ontdekken dat tilapia eigenlijk een grijze goudvis is. Beiden liggen op de markt te stinken in de zon, klaar om opgegeten te worden. We blijven voorlopig maar vegetariër.
Bij een pindabranderij kijken we even rond, hoe de pinda's in grote ijzeren schalen worden gebrand. Een jongen schept de pinda's rond in een grote pan die op een vuur staat.
Net voor de lunch stoppen we nog even bij de hot springs. Er borrelt kokend water uit de grond en het stinkt er naar zwavel. Het water loopt de helling af en heeft de helling wit gemaakt doordat de kalk is achtergebleven, nadat het water is verdampt, een soort Pamukkalee in het klein.
Bij de lunch kletsen we met mensen die we al een week elke keer weer tegenkomen, zij maken voorlopig dezelfde reis. Daarna gaan we weer verder. We passeren dorpjes waarvan de huizen heel armoedig zijn. De stoep wordt keurig gepoetst, maar daarna mag het een puinhoop worden. Kippen scharrelen rond en kinderen spelen tussen de kippen. Op open stukken straat wordt rijst gedroogd.
Er zijn veel eettentjes langs de kant van de weg. Ik denk dat, als we daar zouden eten, we over zeven jaar nog diarree hebben, zo smoezelig zien ze eruit.
Als we door een klein dorp rijden, is er een Batak-Moslim bruiloft aan de gang. De familie zit op de grond op een centrale plek, speciaal voor bruiloften en begrafenissen. Voor het huis ernaast staat het bruidspaar. We stoppen even om te kijken en vragen of we een foto mogen maken. Dat mag, maar voordat we een foto kunnen maken, worden we meegetrokken tot naast het bruidspaar en moeten we eerst met het bruidspaar op de foto. Daarna moet de moeder van de bruid er ook nog bij en pas daarna kan Wardi onze 'fotoreportage ' maken. We zijn echt een bezienswaardigheid, want we moeten ook nog met een hoop kinderen, al of niet van het feest, op de foto. Als we weer weggaan worden we door het hele gezelschap uitgezwaaid.
Het laatste stuk van de rit schiet niet goed op, de weg gaat steil omhoog of omlaag en het wegdek is op veel plaatsen verdwenen tijdens de regentijd. We rijden vaak stapvoets over grote keien. Gelukkig komen we heel aan in Sipirok.
Vanavond op tijd naar bed, morgen om half zeven ontbijt. Een lange rit naar Bukittinggi. Als we terugkomen van het eten 's avonds, blijkt dat er toch veel kleine gemene muggen rondvliegen, die het op ons gemunt hebben, dus maar flink met Deet gespoten en de klamboe tevoorschijn gehaald. Maar er is geen haak boven het bed. Als we het bed naar een punt proberen te schuiven waar we de klamboe vast kunnen maken, ontdekt Ilona een grote hagedis............we moeten nu echt het bed met de klamboe 'mug en hagedis safe' maken. Maar er zijn twee bedden en we hebben maar een klamboe, dus......,
wie slaapt er niet onder de klamboe?

Zondag 30 juli. Van Sipirok naar Bukittingi
Voor half zeven zitten we al aan het ontbijt. We kijken uit over een groen landschap waar de ochtendmist uit opstijgt.
Om zeven uur rijden we weg voor een lange rit, gelukkig kunnen we onderweg geregeld stoppen. Maar we zitten lekker comfortabel op de achterbank van een mooie auto met airco.
We komen weer door allerlei dorpjes en zijn nu echt in het binnenland van Noord- Sumatra. Mensen wonen in houten huizen, soms zijn het meer hutjes. Er is geen stromend water, alleen een kraan, waar de hele buurt water moet halen. In een rivier staan twee jongens een auto te wassen, een beetje verderop zijn vrouwen kleren aan het wassen en staat een man zichzelf in te zepen. De rivier is hier heel belangrijk.
Sommige huizen zijn niet geschilderd, maar de meesten hebben een kleurtje. Het zijn wel de kleuren die wij bij de bouwmarkt voorbij lopen: lichtblauw, lichtroze, lichtgroen, lichtgeel. Ze hebben een voorkeur voor de fletse kleuren, die zo ook nog op de meest vreemde manier combineren. In de dorpjes is het vaak ronduit smerig, zwerfafval, plassen, kippen enz. Ook de mensen zien er smoezelig uit. Alleen de moskee, en die zijn er veel, staat te blinken in de zon.
Na een tijdje stoppen we bij een kruidentuin en zien hoe peper, nootmuskaat, kurkuma, pinda's, vanille en kruidnagel groeit. Leuk om te zien, peper groeit in trosjes van 30-40 korreltjes aan een soort slingerplant, die langs een acaciaboom groeit. We kopen er een paar zakjes kruiden. Er is ook nog een gedresseerde gibbon, die een kokosnoot uit een boom haalt, maar dat vind ik weer niet zo leuk.
We gaan weer door en passeren weer allerlei kleine dorpjes. Op veel plaatsen is het markt en heel druk. Op grote open vuren wordt gekookt en er is van alles is te koop, vooral tweede, derde en waarschijnlijk ook vierde hands. Er zijn tweede hands auto- en scooterbanden, schoenen, kleren, maar ook autostoelen, en tot op de draad versleten
bankstellen. Eigenlijk best een duurzame samenleving.
Ze moeten ook wel heel technisch en creatief zijn, want van drie kapotte TV's, scooters of auto's, wordt weer een " nieuwe " gemaakt. Het komt pas echt langs de kant van de weg te staan, als er echt niets meer mee te doen is. En waarschijnlijk blijft het daar dan nog jaren staan of liggen.
Op een gegeven moment rijden we door een plaatsje met een hele grote moskee, en verder met alleen maar hele kleine huisjes op palen, ongeveer een halve meter boven de grond. De meeste huisjes zijn lichtgroen. En er lopen heel veel jongens langs de kant van de weg. Ook in de huisjes zitten of liggen alleen maar jongens. Er lopen ook wat oudere jongens rond met boeken onder hun arm. Onder de huisjes die kris kras door elkaar staan, het zijn er honderden, is het een bende. Veel zwerfafval, vieze stroompjes water. Wardi stopt de auto en legt uit dat dit een " Koran - internaat " is.
Hier leren kinderen Arabisch. Soms gaan alle kinderen van een gezin een aantal jaren naar zo'n internaat en dus uit huis. De oudste moet dan voor de rest van zijn broertjes zorgen. In de meeste huisjes wonen vier kinderen op 3 vierkante meter. Ze wassen zichzelf en hun kleren in de rivier.
Wardi, die zelf moslim is vertelt het verhaal best wel enthousiast, en uit respect stellen we maar geen kritische vragen en houden we onze mening voor ons.
De laatste 4 uur rijden we door het Rimbapark, een groot nationaal park, waar nog tijgers leven. En passeren we grens van West- Sumatra. Zodra we de grens zijn gepasseerd, worden de straten schoner en zien we geen afval meer. De huizen worden weer van steen. Het lijkt alsof alles schoner wordt en meer georganiseerd is.
Bij het passeren van de evenaar stoppen we om foto's te nemen. Er is een dikke witte streep over de weg getrokken en op een grote brug over de weg staat dat hier de evenaar loopt. Vanaf nu draait het water in de gootsteen de andere kant op. Op het noordelijke halfrond draait het water linksom en op het zuidelijk halfrond rechtsom. Verder merk je er weinig van.
De laatste 2 uur rijden we in het donker, want de bomen in het oerwoud zijn hoog en dichtbegroeid. De weg volgt de loop van de rivier en slingert dus door de jungle-tunnel. Best gevaarlijk, want niet iedereen heeft licht op!!!
Het is laat als we Bukittinggi binnen rijden, we hebben honger en zijn moe. We zetten de tassen in het hotel en gaan biefstuk met een frietje eten bij Cafe Turet. We zijn moe van de indrukken en de lange reis en slapen heerlijk.
We blijven nu twee dagen hier om een beetje op adem te komen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Kees

Actief sinds 01 Juli 2017
Verslag gelezen: 130
Totaal aantal bezoekers 6549

Voorgaande reizen:

20 Juli 2017 - 20 Augustus 2017

Op zoek naar 'de stille kracht'.

Landen bezocht: